Hekkelman Instrumentenbouw

Clavichorden

Clavichorden, of klavechorden volgens de moderne spelling, zijn instrumenten met een lange geschiedenis: het instrument is ontstaan uit het monochord dat uit de oudheid stamt. De eerste vermelding van een clavichord stamt uit 1396 en het oudste nog bestaande instrument is in 1543 gebouwd. Het is eeuwenlang een populair instrument geweest, zo populair dat indertijd klavier synoniem was met clavichord. Met de opkomst van de forte piano begin 19e eeuw, vooral in de vorm van de tafelpiano, verdween het clavichord van het toneel. Sinds begin 20e eeuw is er sprake van een hernieuwde belangstelling.

Mechanisme

Het mechanisme van een clavichord is erg eenvoudig. Op het einde van een toets zit een metalen plaatje, een tangent genaamd, dat bij indrukken van de toets tegen een erboven gespannen snaar slaat die daardoor gaat klinken. Laat men de toets los dan verbreekt het contact tussen het tangent en de snaar en wordt de trilling van de snaar gedempt door het vilt dat er om gewikkeld is. Het volume van de klank is als gevolg van deze constructie beperkt.

Gebonden

Het clavichord heeft in de loop der tijd een ontwikkeling doorgemaakt. In het begin toen de muzikale eisen nog beperkt waren en materiaal duur was werden sommige van de snaren gebonden aan meerdere toetsen. Een enkele snaar werd dan dus door twee of zelfs drie toetsen bespeeld maar dat kan dus niet tegelijkertijd. Latere instrumenten werden uitgevoerd met individuele snaren per toets, deze noemt men dan dus ongebonden instrumenten.

Het gebonden zijn van een instrument heeft nogal wat gevolgen voor de speelbaarheid. Bij het spelen van opvolgende noten is het van groot belang de toetsen snel genoeg op te laten komen omdat er anders kort een nare metalige bijklank te horen is als de snaar rust op het ene tangent en het andere er vlak onder ligt. Anderzijds is het zo dat doordat er veel minder snaren op het instrument liggen ook de spanning op het zangblad minder is. En dat resulteert weer in een helderder en luidere klank. Verder heeft een gebonden instrument het voordeel dat stemmen een stuk sneller gaat, simpelweg omdat je minder snaren hebt.

Een nadeel van gebonden instrumenten is dat de toonhoogte en stemming vast liggen. Bij het ontwerp van het instrument wordt al vastgelegd waar de tangenten zullen komen en dat kan nadien niet echt meer aangepast. Bijgevolg zal een instrument dus bijvoorbeeld alleen in middentoon op 415 Hz gestemd kunnen worden, of Werkmeister III op 466Hz, zoals het zweedse clavichord dat ik bouw. Dat nadeel heeft natuurlijk ook een voordeel: je hoeft je daar verder niet meer druk om te maken.

Uit bronnen is bekend dat ongebonden instrumenten populair waren bij componisten als Türk en CPE Bach. Dat is ook wel logisch, deze instrumenten maken het mogelijk complexere muziek te spelen. Ook kan het zijn dat de klank van een ongebonden instrument je meer aanspreekt, het is zachter een ronder. Uiteindelijk komt het er op neer dat je een afweging moet maken, wat is de muziek die je het liefst speelt. En welke klank spreekt je het meest aan.

Koren

Clavichorden worden meestal uitgevoerd met een dubbel paar snaren per toets. Dat noemen we dubbelkorig, er bestaan ook instrumenten met maar een snaar per toets en dat is dan dus enkelkorig. Het voordeel van twee snaren is dat het volume van de klank toeneemt. Maar er is nog een voordeel, bij een goed geïntoneerd instrument zorgt het faseverschil tussen de twee snaren als gevolg van de hoek waaronder het tangent de snaren een voor een raakt ervoor dat de toon langer blijft doorklinken.

Omwonden of getwijnd

Elke octaaf verlaging zou idealiter een snaar moeten hebben die dubbel zo lang is. Dat lukt vrij aardig in de bovenste octaven, vandaar ook die kromming in de kam. Maar naar de bas toe wordt het moeilijk, een messing C snaar zou bij een stemming op 415 Hz (dus zeg 62 Hz) een lengte moeten hebben van ruim 2,3 meter. Bij nog lagere snaren loopt dit snel op. Dat komt omdat een snaar het beste klinkt bij een spanning die dicht tegen het breekpunt aanligt. Voor messing snaren is toch wel liefst een spanning op 80% van het breken gewenst voor een mooie klank met zuivere boventonen.

Om dit toch te kunnen bereiken bij kortere snaren is de oplossing de snaar zwaarder te maken, dat kan door de snaar te omwikkelen met een dunnere snaar, een omwonden snaar noemt men dat. Dat omwinden kan met messing maar ook bijvoorbeeld rood koper dat nog zwaarder is. Ook pianosnaren zijn vaak omwonden maar in tegenstelling to pianosnaren zijn clavichordsnaren veelal open gewonden. Dat wil zeggen, je ziet de kernsnaar nog door de wikkeling heen. De ruimte tussen de wikkelingen kan variëren en daarmee kun je de juiste verzwaring van de snaar bepalen.

Een alternatief voor wikkelen is twijnen, zoals je ook touw slaat. Hiervoor wordt een snaar dubbel geslagen en de twee delen dan om elkaar gedraaid. Dit levert een nog mooier klinkende snaar op, waarschijnlijk omdat beide snaren nu een veer vorm hebben en dus flexibeler zijn geworden waardoor boventonen beter weergegeven kunnen worden.

Aanbod

Zweedse clavichorden

Ik heb me flink verdiept in de manier waarop in Zweden clavichorden gebouwd werden. Op basis hiervan heb ik software geschreven voor het ontwerpen van nieuwe instrumenten. Hiermee heb ik al diverse instrumenten ontworpen en gebouwd.

Het eerste in die reeks was een gebonden clavichord. Kijk hier voor meer informatie over dit instrument.

Na wat fine-tunen van de rekenmethode en het opdoen van nieuwe inzichten is het volgende instrument een ongebonden klavechord met een toetsomvang van C-d3. Kijk hier voor meer informatie over dit instrument.

ongebonden klavechord

Silbermann

Het eerste clavichord dat ik ooit bouwde was een kopie van een Silbermann uit 1775. Een populair model om te bouwen omdat het relatief eenvoudig is qua techniek en de klank erg mooi is.